Stelposten
Stelposten nemen we op om het begrotingsbeeld te corrigeren voor allerlei effecten. De stelposten zijn opgenomen in het taakveld 0.8 Overige baten en lasten. In onderstaande tabel zijn de verschillende stelposten opgenomen. Onder de tabel worden de regels toegelicht.
bedragen * € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Gemeentefonds: | ||||
WMO beschermd wonen | 4.335 | 4.333 | 4.334 | 4.334 |
Reservering prijscompensatie | -15.792 | -25.226 | -36.621 | |
Aanvullende middelen jeugd | 3.749 | 2.785 | ||
Res. volume zorg | -1.500 | -3.000 | -4.500 | |
Verdere invoering verdeelmodellen | 2.700 | 5.400 | ||
Volume accres conform Voorjaarsnota Rijk | 1.700 | |||
Andere stelposten: | ||||
Kostenontwikkeling sociaal domein | 300 | 600 | 600 | |
Areaal bestaande stad | -500 | -1.360 | -2.060 | |
Kapitaallasten | -183 | -1.775 | -3.293 | -4.218 |
Materiële indexering doorwerking 2024 naar 2025 en verder | -5.757 | -5.757 | -5.757 | |
Totaal | 4.151 | -20.691 | -27.253 | -38.337 |
Toelichting onderdelen gemeentefonds op stelpost
WMO beschermd wonen
Een deel van de middelen voor WMO beschermd wonen wordt in het gemeentefonds uitgekeerd via een integratie uitkering. In geval van een integratie uitkering wordt de prijscompensatie 2024 niet nu toegekend maar pas in 2024. De kosten die samenhangen met deze onderdelen worden al wel geïndexeerd in de begroting, conform de gemeentelijke uitgangspunten. Omdat de lasten in prijzen 2024 opgenomen zijn en de inkomsten in prijzen 2023 ontstaat er nu een onterecht verschil. Dit verschil verdwijnt volgend jaar met de meicirculaire, dan wordt namelijk de prijscompensatie toegekend. Vooruitlopend op de toekenning van de prijscompensatie in 2024 corrigeren we dit verschil met een stelpost.
Reservering prijscompensatie
Een deel van het gemeentefonds in de latere jaren is bedoeld om prijsstijgingen op te vangen. Dat deel wordt gereserveerd op stelpost.
Aanvullende middelen jeugd
De aanvullende middelen voor jeugd zijn vanaf 2026 nog niet toegevoegd aan het gemeentefonds. De provincies hebben gezamenlijk een richtlijn opgesteld hoeveel gemeenten hiervan in de begroting mogen opnemen. Voor Nijmegen gaat dit om de in de tabel opgenomen bedragen.
Reservering volumegroei
In 2019 is afgesproken om in de begroting middelen te reserveren om toekomstige volumestijgingen in het zorgdomein op te vangen. Volumestijgingen moeten vanaf 2020 worden opvangen uit het accres van de algemene uitkering. Voor elke jaartranche houden we rekening met een volumestijging van € 1,5 miljoen. In de Stadsbegroting 2023 begroting is deze reservering niet gemaakt voor 2026 en later. Dit vanwege de terugval van het gemeentefonds (het ravijn). Deze begroting is dit hersteld.
Verdere invoering verdeelmodellen
In de begroting wordt er vanuit gegaan dat het nieuwe verdeelmodel dat vanaf 2023 wordt gebruikt voor het verdelen van het gemeentefonds naar gemeenten verder wordt doorgevoerd. Hierover moet nog een besluit worden genomen. Voor het financieel effect wordt uitgegaan van het ingroeipad van € 15 per inwoner per jaar. Dit sluit aan bij het ingroeipad dat is gebruikt voor 2024 en 2025.
Volume accres conform Voorjaarsnota rijk
In de Voorjaarsnota heeft het rijk een voorzet gedaan voor het 'compenseren' van gemeente voor volume effecten. Met volume effecten wordt de financiële groei bedoeld die niet wordt veroorzaakt door prijseffecten. Het rijk heeft in de Voorjaarsnota bedacht m dit te koppelen aan de volume ontwikkeling van het bbp van de 8 achterliggende jaren. Indicatief heeft het rijk voor deze volume ontwikkeling € 150 miljoen opgenomen voor 2027 in de voorjaarsnota. Dit bedrag is niet opgenomen in de meicirculaire van het gemeentefonds. Daarom wordt dit opgenomen als stelpost.
Toelichting overige stelposten
Kostenontwikkeling sociaal domein
In het coalitieakkoord zijn verwachte besparing opgenomen door in te zetten op preventie. Dit gaat om een besparing van € 300.000 in 2025 en € 600.000 in 2026. Deze zijn nog op stelpost opgenomen.
Areaal bestaande stad
In de Stadsbegroting 2013 is afgesproken dat voor elke woning die erbij komt het budget voor onderhoud Openbare Ruimte met € 400 stijgt. De toename voor het volgend begrotingsjaar is structureel verwerkt. De toename in de begrotingsjaren daarna worden op stelpost gehouden tot het betreffende begrotingsjaar is aangebroken.
Kapitaallasten
In onze begroting gaan we uit van een vast niveau van kapitaallasten. Dit niveau wordt vergeleken met de kapitaallasten die we verwachten vanuit de reeds gerealiseerde investeringen en de toekomstige investeringen die opgenomen zijn in het investeringsplan. Het verschil tussen deze twee zetten we op stelpost. Daarnaast zijn de kapitaallasten van de nieuwe investeringen die in deze begroting worden voorgesteld hieronder geboekt.
In het voorjaar weten we definitief wat het verschil is tussen de begrote kapitaallasten en de werkelijke kapitaallasten voor dat jaar. Dit wordt dan gemeld in de Voortgangsmonitor.
Materiële indexering doorwerking 2024 naar 2025 en verder
In een aantal programma’s wordt rekening gehouden met stijgende energiekosten in 2024. Voor 2025 en later jaren kan nu nog geen goede raming worden afgegeven. De geraamde meerkosten in 2024 reserveren we daarom voor 2025 en verder op stelpost.